terug
(IndiaInk/NY Times, 24-1-2014)

Nieuwe wet voor uitbannen handmatig opruimen menselijk afval stelt teleur

door: Max Bearak

NEW DELHI - Vorige maand moeten mensenrechtenactivisten verheugd zijn geweest toen de centrale regering de zeer strenge wet uitvaardigde tegen wat eufemistisch handmatig poepruimen wordt genoemd, namelijk het verwijderen van menselijk afval met blote handen.


Handmatig poepruimer in Khargone district, Madhya Pradesh (foto: Rashtriya Garima Abhiyan)
India's grote gebrek aan (spoel)toiletten en rioolsystemen betekent dat veel menselijk afval met de hand weggeveegd moet worden, en vervolgens in manden naar stortplaatsen gedragen wordt. De mensen die deze mensonterende taak uitvoeren, bijna uitsluitend Dalit-vrouwen, zijn slachtoffer van zeer ernstige discriminatie.
Onder de Dalits doen degenen die in de laagste (sub)kastes worden geboren dit werk. Zij staan daarbij onder grote sociale druk om dit werk te blijven doen.

Sinds de onafhankelijkheid is discriminatie op grond van kaste verboden en in 1993 werd een wet tegen handmatig poepruimen door het Indiase parlement aangenomen. Deze leidde niet tot het uitbannen van droge toiletten en bood geen hulp bij het vinden van werk voor voormalige poepruimers. De wet bleef grotendeels onuitgevoerd.
Gezien het feit dat de nieuwe wet het inhuren van poepruimers verbiedt en voorziet in het trainen voor andere banen zou men verwachten dat mensenrechtenactivisten zoals Ashif Shaikh, die 12 jaar heeft gestreden voor een strengere wet, een voldaan gevoel zouden moeten hebben. "We zijn blij met de nieuwe wet," zei hij. Maar de details van de uitvoering, waarover door overheidscommissies wordt beslist, slaan volgens hem nergens op.

Zo bevat de tekst van de nieuwe wet bepalingen voor de rehabilitatie van poepruimers door middel van een eenmalige geldelijke toelage, plus toegang tot beurzen en een gratis beroepsopleiding. Maar de rechtsregels, die beschrijven hoe de wet zal worden uitgevoerd, komen niet overeen met de ambitieuze geest van de wet zelf, volgens Ashif Shaikh.
"Als je kijkt naar de rechtsregels wordt het woord rehabilitatie geen enkele keer gebruikt," zei hij. "Toen we het ministerie van Sociale Rechtvaardigheid en Empowerment vroegen naar het ontbreken van details in de regels met betrekking tot rehabilitatie, zeiden ze: 'We maken daarvoor aparte regelingen.' Maar regelingen zijn geen wetten die we kunnen gebruiken voor verantwoording voor het gerecht."

Mr. Shaikh en zijn collega-activisten hadden aanvankelijk hoge verwachtingen dat de nieuwe wet voldoende krachtig zou zijn om dit werk banen uit te roeien, dat volgens een schatting van de overheid wordt gedaan door ongeveer 300.000 Dalits, uit te roeien. (Sommige activisten voor Dalit-rechten beweren dat het er ook driemaal zoveel zouden kunnen zijn.

De organisatie die door Mr. Shaikh werd opgericht, Rashtriya Garima Abhiyan (‘Nationale Beweging voor Waardigheid’), leidde vorig jaar een campagne waarbij 1000 voormalige poepruimers gedurende twee maanden in 18 deelstaten van dorp naar dorp reisden en waarbij ze andere vrouwen probeerden over te halen om het werk te stoppen en mee te doen om anderen te bevrijden. Volgens Mr. Shaikh gingen meer dan 5000 vrouwen met hen naar de eindbestemming in Delhi.

Dit trok de aandacht van beleidsmakers, waaronder Jairam Ramesh, de huidige Minister van Plattelandsontwikkeling. Mr. Shaikh besloot om te profiteren van het momentum en liet een aantal van zijn zojuist bevrijdde poepruimers aankloppen bij meer dan 50 parlementsleden die hun districten vertegenwoordigden. Op die manier konden de wetgevers niet beweren dat poepruimen in hun rechtsgebied was uitgeroeid.


Voormalige poepruimers verbranden manden die ze gebruikten om menselijk afval te ruimen tijdens een bijeenkomst in Bhopal, Madhya Pradesh, op 30 november 2012 (foto: Rashtriya Garima Abhiyan)
Mr. Shaikh vertelde opgewonden over een ochtend toen Meenakshi Natarajan, een wetgever van de Congres Partij in de deelstaat Madhya Pradesh, voor hem en voormalige poepruimers ontbijt serveerde in haar woonkamer. Dalits, laat staan poepruimers, is het van ouds niet toegestaan om de huizen van hogere kasten binnen te gaan.

Mr. Shaikh zei dat het deze inspanningen van zijn organisatie en van andere Dalit-activisten zijn die leidden tot het opstellen van de meest recente wet. Maar ze hadden niet de macht om te bepalen hoe de wet zou moeten worden uitgevoerd.
Hij verwees naar het ene hoofdstuk in de rechtsregels dat zich bezighoudt met de rehabilitatie, zonder dat woord te gebruiken. Het heeft slechts één clausule waarin staat dat voormalige poepruimers een eenmalige "financiële bijdrage" krijgen, zonder te specificeren door wie, wanneer en hoeveel.

Indien de nieuwe wet uitgevoerd zou worden, zou het gebruik van droge toiletten (ook wel bekend als onhygiënische latrines) behoorlijk inperkt worden. De wet legt namelijk hoge boetes en mogelijk gevangenisstraf op aan degenen die poepruimers in dienst neemt of nalaat latrines te vervangen die alleen handmatig schoongemaakt kunnen worden. Huishoudens met onhygiënische latrines zijn zelf, en op eigen kosten, verantwoordelijk voor de ombouw of sloop ervan. Of de autoriteiten geven middels de districtsmagistraten opdracht de latrines te verbouwen waarbij de kosten worden verhaald op de eigenaar.
Bovendien wordt de kantoren van de districtsmagistraten in het hele land verzocht de bestaande droge toiletten voor 6 februari geïnventariseerd te hebben, waarop de vernietiging van de toiletten binnen zes maanden na die datum moet plaatsvinden.

In een telefonisch interview vorige maand verzekerde Sanjeev Kumar, secretaris van het Ministerie van Sociale Rechtvaardigheid en Empowerment dat de wet heeft opgesteld, dat deze deadlines "zeer streng" gehanteerd worden en dat de overheid geen enkele poging zal nalaten om de nieuwe wet te handhaven, al zal het meestal via bestaande overheidsprogramma's gebeuren.
"Er is geen reden om je zorgen te maken over de details," aldus de heer Kumar. "Geld is van geen belang, het is helemaal geen belemmering."

Manjula Pradeep, directeur van Navsarjan Trust, een organisatie voor Dalit-rechten in Gujarat, zei echter dat voor zover haar bekend, met nog twee weken te gaan tot de deadline, in geen enkele deelstaat is begonnen met de voorbereidingen.
"Met de landelijke verkiezingen in aantocht denk ik dat de overheid simpelweg tevreden is met de aanname van de wet," zegt Pradeep. "Ondertussen blijven de deelstaatregeringen het wijdverbreide gebruik van poepruimen in hun deelstaat ontkennen en gebruiken dat als excuus om nieuw onderzoek voor onbepaalde tijd uit te stellen."
Ze neemt haar eigen staat als voorbeeld, waar de regering heeft betoogd dat Gujarat geen handmatige poepruimers kent, ondanks twee onafhankelijke onderzoeken die tot een aantal van meer dan 10.000 kwamen.

De centrale overheid van haar kant benadrukt dat zij zich zal inzetten voor het elimineren van dat werk. "Er kan geen grotere smet op India zijn dan het bestaan van de praktijk van handmatig poepruimen," aldus Mr. Ramesh, Minister voor Plattelandsontwikkeling, in een interview. "Poepruimen toont ons hoezeer kaste nog steeds heel erg een Indiase realiteit is, en hoe sommige van de ergste overblijfselen van het systeem nog steeds in onze samenleving bestaan."
Maar Mr. Shaikh, die zijn geloof in de beloften van de centrale regering heeft verloren, zei dat zijn organisatie zich nu zal richten op overeenkomsten op deelstaatniveau in een poging om deelstaatregeringen onder druk te zetten om naar de nieuwe wet te handelen.
Samen met Mr. Shaikh en Mrs. Pradeep vormt Bezwada Wilson het trio van activisten dat aan de frontlinie vecht voor de beëindiging van het handmatig poepruimen, zowel in de praktijk als via de wet. Mr. Wilson werd geboren in een familie van poepruimers en werd een van de oprichters van Safai Karmachari Andolan, een volksbeweging die is gericht op het uitroeien van poepruimen.
Van de drie activisten is hij de meest radicale en ook het meest wantrouwend jegens de overheid. Hij is reeds begonnen, met het oog op verwachte overschrijden van de 6 februari-deadline, om een openbare rechtszaak tegen de centrale regering voor te bereiden.

Mr. Wilson zei dat hij het gebruik van politieke kanalen om zijn doelen te bereiken heeft opgegeven. "Echt, de overheid heeft waarschijnlijk geen succes via wetgeving," zei hij. "Het is beter als mensen zoals ik direct de taal van deze mensen spreken. Als ik ga vertel ik ze: 'Er zijn 1.3 miljard mensen in dit land, en net als jij zijn de meeste van hen arm. Maar alleen een klein aantal zijn poepruimers. Er zijn manieren om dit leven achter je te laten, zelfs voor een arm iemand’," zei hij, rondlopend in zijn kantoor. "Soms denken ze dat ze niet gewoon een normaal arm persoon kunnen zijn."

Hij ging weer in zijn stoel zitten en schudde zijn hoofd. "Dan nog! De overheid moet een concrete visie krijgen," zei hij. “Vertel ons desnoods dat het 10 jaar zal duren. Wees gewoon eerlijk!"


Zie hier voor de Engelstalige versie van dit artikel.


laatste wijziging: