terug
(Youth Ki Awaaz, 15-8-2018)

Handmatig poepruimen is dan wel verboden, maar nog steeds een vernederende realiteit voor miljoenen Dalits


door Kavya Mohan

'Reinheid grenst aan goddelijkheid' is een algemeen gezegde, al geleerd op jonge leeftijd. Maar waarom is in India de praktisering van deze vorm van goddelijkheid beperkt tot één specifieke gemeenschap, de Dalits, de laagste in de sociale hiërarchie?

Handmatig poepruimen, het met de blote handen opruimen van menselijke uitwerpselen, wordt vaak gezien als een praktijk uit het verleden of van het Indiase platteland. Helaas is handmatig poepruimen een mensonterende en vernederende dagelijkse realiteit in India, niet alleen op het platteland, maar ook in megasteden als Delhi. Deze afschuwelijke praktijk is uitsluitend voorbehouden aan de Dalits, degenen die op de laagste tree van de sociale ladder van India staan. Volgens de laatste gegevens van de centrale overheid zijn er nu 53.236 handmatige poepruimers in India geteld, een verviervoudiging ten opzichte van de officiële statistieken van 2017.

Het eerste wat bij ons opkomt als belangrijkste reden voor het bestaan van het beroep als handmatig poepopruimer is armoede. Echter, M. Bezwada Wilson, winnaar van de Magsaysay-prijs en voorzitter van Safai Karamchari Andolan, wijst er nogmaals op dat “armoede niets te maken heeft met handmatig poepruimen, maar het kastensysteem alles”. Het is belangrijk te beseffen dat ‘kastenidentiteit’ ervoor zorgt dat deze praktijk een vicieuze cirkel is.

Het fenomeen kaste lijkt vandaag de dag misschien niet zo overheersend als het honderd jaar geleden was, maar er zijn wel degelijk bijeffecten. Er is een soort internalisering in de samenleving dat deze taak van schoonmaken door Dalits moet worden gedaan. Er zijn veel voorbeelden van hoe zelfs een opleiding of het zich toe-eigenen van andere vaardigheden het bestaan van deze poepruimers niet konden veranderen. Ondanks onderwijs of andere bekwaamheden, strikte kastenvoorschriften maken het hen onmogelijk een ander beroep uit te oefenen.

De zwaarst getroffenen onder de Dalits zijn de vrouwen. Ongeveer 95% van de handmatige poepruimers zijn vrouwen. Zij dragen de dubbele last van klasse én gender. Deze vrouwen zijn permanent slachtoffer geworden, vanwege de voortdurende onderdrukking en uitbuiting die ze ondergaan.

Wat is er, nu we onze 72e Onafhankelijkheidsdag vieren, meer schandelijk voor ons land dan dit? Aan de ene kant wordt er zoveel geld besteed aan satelliettechnologieën en schoonmaak- en opruimprogramma’s, maar aan de andere kant hebben we jammerlijk gefaald om deze afschuwelijke vorm van ‘goddelijkheid’, die zoveel mensenlevens kost, te beteugelen. Zij die menselijke uitwerpselen met blote handen reinigen, lijden aan verschillende soorten ademhalings- en huidaandoeningen. Vaker niet dan wel krijgen deze poepruimers niet de vereiste veiligheidsuitrusting als ze afdalen in de riolen, waarbij ze stikken door de plotseling vrijkomende giftige gassen of verdrinken in een onverwachte stroom rioolwater. In het geval van een zo’n overlijdensincident wordt wel eens gedacht aan financiële hulp, maar dat gebeurt maar heel zelden.

Het moet duidelijk zijn dat de oplossing niet bestaat uit het bieden van financiële bijstand, maar uit het bieden van alle mogelijke hulpmiddelen. Zoals dr. B.R. Ambedkar zei (“jhadu chhodo, kalam pakdo”: Gooi de bezem weg, pak de pen op…) is hun werkelijke emancipatie het verwerven van onderwijs. Elke discussie van vandaag over kasten gaat vloeiend over reserveringspolitiek, en reservering leidt ons naar een debat over verdienste. In een samenleving die is verankerd in kaste, klasse en patriarchaat, is het cruciaal om te begrijpen dat verdienste geboorte tot een voorrecht maakt. We hebben het over verdienste in een land waar zelfs klaslokalen vol zitten met discriminatie en vooroordelen. Het aantal schoolverlaters is erg hoog onder de Dalits en zelfs nog hoger onder Dalit-meisjes, jaren van reservering zijn niet succesvol geweest om hen ‘normale’ burgers te laten worden. De nadruk moet liggen op het basisonderwijs, waar kinderen verzekerd zijn van een discriminatievrije leeromgeving en dito leermogelijkheden. Deze safai karamcharis zijn vanouds en opzettelijk klein gehouden en gedwongen om de natie schoon te maken.

Handmatig poepruimen werd verboden in 1993, en in 2013 werd er opnieuw een wet aangenomen. Maar ondanks deze en andere constitutionele bepalingen hebben wij als land gefaald om deze praktijk grondig af te schaffen.

Terwijl het debat over de vraag of India een supermacht kan worden of niet steeds feller wordt, is het mijn vraag hoe we zelfs kunnen proberen om een supermacht te worden wanneer 1,3 miljoen mensen tot slaaf worden gemaakt vanwege hun ‘noodlottige geboorte’?


[vertaling: Landelijke India Werkgroep]


laatste wijziging: