terug
(IDSN, 3-2-2017)

Expertrapport VN: India moet werk maken van geschikte huisvesting voor Dalits


De Speciale VN-Rapporteur voor het recht op passende huisvesting, Leilani Farha, heeft een rapport over huisvesting in India uitgebracht. Het verslag vestigt de aandacht op de zorgwekkende toestand van Dalit-huizen en de noodzaak van overheidsmaatregelen om de huisvesting te verbeteren en een einde te maken aan de discriminatie.


Het rapport citeert overheidsstatistieken waaruit blijkt dat Dalits - in vergelijking met de doorsnee bevolking - gemiddeld in een lagere kwaliteit woningen leven, gebouwd van gebrekkig materiaal. Het rapport vindt in het bijzonder het ontbreken van toiletten voor 66% van de Dalits alarmerend.

Het rapport vermeldt dat de praktijk van handmatige verwijdering van menselijke uitwerpselen uit droge latrines - bekend als handmatig poepruimen - blijft voortbestaan en niet op doeltreffende wijze wordt aangepakt. Het rapport stelt ook dat zij die zich bezighouden met handmatig poepruimen - vooral Dalits - "lijden onder erbarmelijke woon- en leefomstandigheden".

Onaanraakbaarheid
De Rapporteur komt voorts met bewijs van kastendiscriminatie op de huurmarkt, en verwijst naar de aanbeveling van de VN Commissie voor de Uitbanning van Rassendiscriminatie uit 2007 dat India haar inspanningen moet intensiveren om praktijken van ‘onaanraakbaarheid’ effectief te straffen en maatregelen moet nemen tegen ‘woonapartheid’.

"Ik ben zeer bezorgd voor de miljoenen mensen die met uitsluiting, discriminatie, uitzetting, onzekere banen en dakloosheid te maken hebben en die er niet meer op hopen om ooit betaalbare en passende huisvesting te vinden", aldus mevrouw Farha in een persverklaring over haar bezoek aan India.

Het rapport wijst erop dat - tijdens het bezoek van de VN-Rapporteur - discriminatie en ongelijkheid bij de toegang tot passende huisvesting en land herhaaldelijk zijn genoemd als punten van zorg. Volgens het rapport gaat deze discriminatie niet alleen het handelen of nalatigheid door alle overheden, maar ook het gebrek aan effectieve bescherming tegen particuliere instanties, zoals huisbazen, projectontwikkelaars, megaproject-bouwbedrijven en grondstoffenwinning.

Enkele aanbevelingen van het rapport aan de regering van India:

  • Wetgeving maken om de facto huisvestingsdiscriminatie te beteugelen en specifieke maatregelen vinden om bestaande wetgeving uit te voeren.
  • Verbeteren van controle en bescherming tegen discriminatie met betrekking tot huurwoningen, het verkrijgen van krediet, erfenis en eigendom.
  • Meer investeren in alternatief huisvestingsbeleid dat beter past bij degenen die traditionele praktijken van uitsluiting en discriminatie ondervinden.
  • Nationale wetgeving aannemen met daarin expliciete erkenning van het recht op adequate huisvesting, zonder discriminatie op welke grond dan ook.
Slechte huisvesting van gemeenschappen binnen een kastensysteem en kastendiscriminatie bij huisvesting is helaas niet uniek voor India, maar kan men in veel landen met een kastenstelsel tegenkomen. In Jemen, bijvoorbeeld, wees een UNICEF-onderzoek uit dat drie van de vier huizen van Muhammasheen [een kasteloze gemeenschap] slechts uit 1 kamer bestonden, dat slechts 9% van die huizen stromend water had en dat slechts twee op de vijf huizen voorzien waren van latrines. Dit was aanzienlijk slechter dan de rest van de bevolking.

De Rapporteur zal haar rapport presenteren aan de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in maart 2017, waarbij India en de VN-lidstaten de gelegenheid zullen hebben via een interactieve dialoog over het rapport van gedachten te wisselen.


Aanvullende informatie:




[vertaling: LIW]


laatste wijziging: